Long
Preparaat: | 65 |
Species: | hond |
Kleuring: | trichroom-groen |
Het histologisch preparaat toont een doorsnede doorheen een fragment longweefsel. Hier zijn bronchi, bronchioli en alveolen te herkenen:
- De bronchus wordt door een respiratorisch epitheel (= pseudomeerlagig cilindrisch trilhaarepitheel) bekleed. Onder de basale membraan zijn er een laag gladde spiercellen, kraakbeenstukjes en sereuze of muceuze kliertjes.
- De intralobaire bronchiolus wordt door een één-lagig cilindrisch epitheel met trilharen bekleed. Er zijn hier geen kraakbeen of sero-muceuze kliertjes meer aanwezig.
- Dieper, t.h.v. de bronchioli terminales wordt het epitheel eenlagig kubisch. Onder de basale membraan worden enkele bundels glad spierweefsel aangetroffen.
- T.h.v. de respiratoire bronchioli is het epitheel kubisch. Er worden alveolaire uitstulpingen gevormd. Onder de basale membraan zijn er enkele verspreide bundels glad spierweefsel.
- De respiratoire bronchiolus deelt zich nog in een aantal alveolaire ducten waarvan het lumen bekleed wordt door alveolair epitheel (= 1-lagig plaveiselepitheel), maar de wand ook glad spierweefsel bevat.
- De alveoli worden opgebouwd uit een 1-lagig plaveiselepitheel gelegen op een basale membraan en worden door los bindweefsel, dat macrofagen geladen met anthracotisch pigment (gefagocyteerde stofdeeltjes) en kleine capillairen bevat (veel rode bloed cellen zijn zichtbaar), van elkaar gescheiden.
Openen in volledig scherm