Lever
Preparaat: | 106 |
Species: | humaan |
Kleuring: | HES |
Het histologisch preparaat toont een doorsnede doorheen een fragment leverweefsel. De lever wordt omgeven door het kapsel van Glisson. Het weefsel kan worden ingedeeld in functionele eenheden, de leverlobjes of lobuli. Een lobulus wordt perifeer begrensd door de portale gebieden. Centraal in de lobulus is de vena centralis gelegen. De vena porta draagt ongeveer 75% bij aan de leverbloedstroom (de overige 25% komt van de arteria hepatica).
Als we de bloedstroom door de lever volgen, komen we de volgende onderdelen tegen:
- De vena porta vormt talrijke vertakkingen die in de portaalgebieden aankomen. Een portaalgebied is altijd uit drie elementen opgebouwd:
- een galgang, bekleed door een eenlagig kubisch epitheel.
- een tak van de a. hepatica met dezelfde diameter als de galgang.
- een tak van de vena porta, meestal veel groter dan galgang en arterie.
Verder zijn ook een lymfevat en een zenuw in de portaalgebieden aanwezig.
-
In de lobulus stroomt het bloed door de sinusoïden die convergeren naar de vena centralis. De sinusoïden worden door één laag gefenestreerde endotheelcellen begrensd. Onder de endotheelcellen bevindt zich de ruimte van Disse en dan de hepatocyten. Dit zijn veelhoekige grote eosinofiele cellen met een centrale ronde kern. In de sinusoïden worden toxische stoffen en hormonen uit het bloed verwijderd door de hepatocyten die andere proteïnen in het bloed secreteren. In de lobuli worden ook andere cellen aangetroffen, zoals Kupffer-cellen (macrofagen) en cellen van Ito. Om deze cellen te zien zijn speciale kleuringen nodig.
-
Het bloed verlaat de lobulus door de centrale vene die in verbinding staat met de twee grote vena hepatica. De centrale vene wordt door endotheliale cellen bekleed en heeft geen begeleidende elementen.
Openen in volledig scherm