Lymfeknoop (HES kleuring)
Preparaat: | 11 |
Species: | kat |
Kleuring: | HES |
Het histologisch preparaat toont een doorsnede doorheen een lymfeknoop (= lymfeklier) bestaande uit lymfoïd weefsel omgeven door een kapsel. De grondstructuur van het orgaan wordt gevormd door een netwerk van vertakte reticulumcellen en reticuliaire vezels (zwart gekleurd door de Wilder kleuring in het volgend preparaat). In een lymfeklier zijn vier gebieden te herkennen:
- Een dicht bindweefselkapsel waaruit trabekels in de lymfeklier gaan. Onder het kapsel bevindt zich de marginale sinus waarin de afferente lymfevaten hun lymfe uitstorten.
- De schors (cortex) die onder het kapsel en de sinus is gelegen en de lymfefollikels bevat. De secundaire lymfefollikels bestaan uit een lichter gekleurd kiemcentrum waar onrijpe B-lymfocyten (lymfoblasten) van het centrum tot de periferie tot rijping komen en een kap waar rijpe B-lymfocyten zich bevinden. In de lymfefollikels komen er folliculaire dendritische cellen voor. De cortex bestaat uit 2 delen: de lymfefollikels zijn gelegen in de perifere cortex, hieronder ligt de paracortex met vnl. T-lymfocyten.
- Het merg bestaat uit mergsinussen en mergstrengen waarin rijpe lymfocyten, plasmacellen en macrofagen voorkomen.
- Een hilus gebied waar de efferente lymfevaten de lymfeklier verlaten en de bloedvaten binnen komen om de klier te draineren.
Openen in volledig scherm